Beste Vriend,
We staan op een cruciaal moment in de oorlog tegen Hamas en worstelen met twee fundamentele vragen: Wat ligt er in het verschiet en hoe gaan we verder? Er is overeenstemming bereikt over een gijzelingsdeal, wat in Israël tot felle discussies heeft geleid. Sommigen eisen koste wat het kost een ruil voor de gijzelaars, terwijl anderen waarschuwen voor onomkeerbare gevolgen. In deze verhitte discussies wordt vaak voorbijgegaan aan de complexiteit van de situatie, waardoor een zinvolle dialoog wordt gesmoord en hoop wordt verwaarloosd.
In het afgelopen jaar hebben we een historische militaire overwinning behaald door Hamas in Gaza te verpletteren en haar greep als militaire entiteit te breken. De aanval van 7 oktober blijft echter een voortdurende, diepe wond – een die diep falen van leiderschap in alle overheids-, militaire en gerechtelijke instellingen heeft blootgelegd. Terwijl de moed en veerkracht van onze mensen schitteren, zijn de tekortkomingen aan de top onmiskenbaar.
Uiteindelijk weerspiegelt de huidige gijzelingsovereenkomst ons onvermogen om standvastig te zijn in onderhandelingen met het kwaad. Rationeel weten we dat toegeven aan de eisen van Hamas gevaarlijk is. Maar emotioneel kunnen we ons als niet afwenden van de gezichten van de gijzelaars en hun families. Dit conflict tussen rede en medeleven, waarbij het hart het wint van de logica, is een echo van beslissingen uit het verleden, zoals de deal in 2011 om honderden terroristen vrij te laten in ruil voor IDF-soldaat Gilad Shalit.
Zonder de zwakke punten in het systeem aan te pakken, is een nieuwe oorlog – en nog meer hartzeer – onvermijdelijk. Voor velen was deze oorlog bedoeld om Hamas volledig uit te roeien. Toch zorgt deze gijzelingsdeal voor de voortzetting van terreur. In plaats van “nooit meer” zorgt de overeenkomst voor “opnieuw en opnieuw”.
Voorstanders van de deal merken op dat gijzelaars gevangen zitten tussen leven en dood en dat hun familieleden, die dagelijks de gruwel van hun gevangenneming herbeleven, vastzitten in een eindeloze staat van verdriet en angst. Tegenstanders van de deal stellen dat degenen die door deze deal worden getroffen in de schaduw leven van toekomstige aanvallen. Voor hen bezegelt het instemmen met een dergelijke ruil het lot van toekomstige slachtoffers en houdt het een cyclus van terreur, ontvoeringen en nog meer verlies in stand.
Uiteindelijk is deze oorlog echter tegen ons begonnen toen onze vijanden een verdeelde natie zagen. Toen we ons verenigden, begonnen we te winnen. Het helen van onze verdeeldheid is essentieel – niet alleen om te overleven, maar ook om te gedijen als een volk.
Met de afronding en implementatie van deze overeenkomst staan we nu voor een keuze. We kunnen verdeeld blijven en elkaar beschuldigingen naar het hoofd slingeren, of we kunnen dit moment met nederigheid tegemoet treden. Laten we toegeven, zonder feestelijkheden, maar in waarheid en gedeelde menselijkheid, dat we ons best hebben gedaan onder onmogelijke omstandigheden. Stel je een bijeenkomst voor bij de Westelijke Muur wanneer een gijzelaar terugkeert, en in plaats van met vlaggen te zwaaien of politieke slogans te uiten, omhelzen mensen elkaar in gedeelde rouw en opluchting, en zeggen ze tegen elkaar “Laat mijn vreugde om jullie hereniging samenkomen met mijn verdriet om de nog vermisten.” Op zo’n gezamenlijk moment kunnen wederzijdse hoop en vertrouwen weer beginnen op te bouwen.
Hoewel deze deal de terroristen van Hamas de tijd zal geven om zich te hergroeperen, is de cruciale vraag die we moeten beantwoorden niet wat anderen zullen doen, maar hoe wij zullen reageren. Kunnen we boven de verdeeldheid uitstijgen en deze periode gebruiken om kracht en eenheid te vinden? Als we kunnen leren om samen te rouwen, kunnen we ook leren om samen te hopen. Eenheid is onze grootste kracht en straalt zelfs kracht uit naar de donkerste plekken waar veel van onze gijzelaars nog steeds worden vastgehouden. Door de tunnels van verdeeldheid die we voor onszelf hebben gegraven achter ons te laten, kunnen we opnieuw opbouwen – niet alleen voor nu, maar ook voor de toekomst.
Tot slot moeten we, terwijl we nadenken over dit moment, onze ogen omhoog richten in gebed en geloof: “Onze hulp is in de naam van de Heer, de Maker van hemel en aarde.” (Psalm 124:8)
Moge God ons allen blijven zegenen!
Shmuel Junger
Executive Directeur, Kantoor Israel
GIFTEN VOOR CFOIC VANUIT NEDERLAND
U kunt uw donaties voor CFOIC vanuit Nederland voortaan overmaken via gironummer NL29INGB0000004542 van Christenen voor Israel o.v.v. CFOIC, met als toevoeging : ‘vrije gift’ of het project, waar u uw gift voor bestemmen wilt. Regelmatig zullen uw donaties door het kantoor van ‘Christenen voor Israel-afdeling CFOIC’ doorgestuurd worden naar Israël.
Ds. Henk Poot