Terwijl ik bezig ben met deze brief, kijk ik naar een programma op de Israëlische televisie, het is een herhaling van een songfestival dat plaats vond in 1973. Gedurende lange tijd was er in de zestiger- en ook zeventiger jaren een jaarlijks terugkerend Israëlisch songfestival waar populaire zangers hun liedjes vertolkten en een jury prijzen gaf aan de beste songs. Ik herinner me heel goed alle liederen van dat songfestival in 1973, ik had een opname van die gebeurtenis die ik zowat grijs gedraaid heb. Ik was een jonge tiener in de Verenigde Staten en het songfestival was een van de manieren om in contact te zijn met ons geliefde land, ook al woonden we daar ver vandaan.
Ik was dit allemaal wat vergeten maar als ik nu zit te luisteren dan herinner ik me Israël in een andere tijd. Een paar maanden na dit songfestival bracht ik mijn eerste bezoek aan Israël. Een paar maanden voor de ‘Jom Kippoer’ oorlog uitbrak in oktober van dat jaar, was Israël een plaats van intens nationaal bewustzijn, van vertrouwen dat de hele wereld voor ons open lag uit liefde voor ons land en voor ons volk. Lied na lied vertolkte het gevoel van die tijd – het waren liederen die zongen overde schoonheid van het landen over het wonder van Israëls onafhankelijkheid.
Toen ik het land die zomer bezocht, werd ik er verliefd op. Het optimisme dat in de lucht hing was aanstekelijk. Het hart van het Bijbelse Israël was nog maar een paar jaar daarvoor bevrijd en er was weinig twijfel over dat deze gebieden ons toehoorden. Visioenen van vrede betekenden nog steeds vrede, geen capitulatie of terugtrekking. Israël werd bewonderd door demokratieën over heel de wereld als een natie die zoveel met zo weinig had bereikt.
Ik weet niet precies wanneer dat allemaal veranderde. De gezamenlijke aanval van Egypte en Syrië die in Oktober 1973 plaats vond brak zeker ons gevoelvan vertrouwen instuk maar het was toch een aantal jaren voordat mensen zich begonnen af te vragen of wij het recht wel hadden op het land. Later begonnen mensen zelfs het hele Zionisme in twijfel te trekken.
De meeste mensen in Israël blijven Zionist en herhalingen van zulke songfestivals brengen het beste wat wij voor ons land voelen naar boven. En gelijke emoties komen naar voren als het land in een crisis is, tijdens de oorlogen of terroristische aanvallen.De woorden van hoopen liefde voor het land dat deze vertolkers zongen in die tijd zijn nog altijd levend voor zovelen van ons. Het is de droom die ons gaande houdt als we het land bewonen en als we het verdedigen.
Dank u wel dat u deel uit maakt van ons lied. Dank u voor uw betrokkenheid op ons terwijl we dit prachtige land bewonen.
Hoogachtend,
Sondra Baras
Directeur