December 2011
Ds.Henk Poot
Meditatie
‘In de mensen een welbehagen’
Lucas 2: 14
Eén van de meest gezongen kerstliederen is het ‘Ere zij God’. Er gaat geen viering voorbij of het wordt met dit gezang afgesloten, staande, als dank aan God, maar ook vervuld met een diep verlangen. Het ‘vrede op aarde’ klinkt daarin als een herhaalde smeekbede om rust, harmonie en het verdwijnen van geweld en oorlog. Het is alleen de vraag of de engelen het zo bedoelen. Is het niet veel meer een proclamatie? De geboorte van dit Kind betekent vrede. Het is een feit! De vrede moet niet nog komen, met de verschijning van Christus is de vrede aangebroken en deze zal uiteindelijk heel de aarde vervullen. Daarvoor wordt God in de hoge ook geprezen door de hemelse legermacht. Het is een heilsfeit: De Koning is geboren. In Hem zal de heilsgeschiedenis zijn doel bereiken. Er is nog een stukje van de hymne van de engelen dat vaak misverstaan is: ‘De mensen des welbehagens’. Sommige vertalingen hebben: ‘mensen van goede wil’. Met andere woorden de vrede van God richt zich op mensen die het verdienen, waar die vrede in goede handen is. Maar dat corrigeert ons kerstlied als zij ons laat zingen: ‘In de mensen een welbehagen.’ Het welbehagen komt van God, het is Zijn gunst. Gods genade daalt niet af in de kring van mensen die zich goed en vroom gedragen. Hij daalt af in de duisternis! Maar waar het ‘Ere zij God’zich vergist, is dat zij doet alsof in de geboorte van Christus Gods welbehagen getoond wordt aan alle mensen. Op zichzelf genomen is dat natuurlijk wel waar. Daar zal het uiteindelijk ook van komen, maar dat wordt alleen niet gezongen door Gods engelen. Zij doelen op Gods geliefden, op Gods verkorenen. Het gaat om Israël, daar gaat Gods welbehagen immers al vanaf het begin naar uit. Zoals Paulus het weet te zeggen over Israël: ‘Naar de verkiezing, geliefden om der vaderen wil.’ Het zijn dezelfden als waar de engel in zijn aankondiging op doelt als hij spreekt over de blijdschap die het gehele volk ten deel zal vallen. Het feest van Christus’ geboorte wordt dus in de eerste plaats gevierd als Gods geschenk aan zijn uitverkoren volk. Met het grote perspectief dat de Zoon van God zijn volk zal reinigen en zal bevrijden van allen die hen haten. Christus is in de eerste plaats de Koning der Joden. Hij is het licht dat het volk dat in duisternis wandelt, ziet. Prachtig wordt dat begrepen door de leerlingen van Jezus, als zij hun Meester begeleiden vanaf de Olijfberg op de dag, dat Hij als een koning Jeruzalem binnenrijdt. Dan beantwoorden zij als het ware met engelen zang met hun: ‘Gezegen Hij die komt, de Koning, in de naam des Heren; in de hemel vrede en ere in de hoogste hemelen'(Lucas 19:38). Als wij de Joodse inwoners van Judea en Samaria steunen is dat niet alleen maar omdat zij een historisch en bijbels recht hebben op dit deel van het beloofde land. Het is ook, omdat wij geloven dat de vrede op aarde haar bekroning en voltooiing zal vinden in de komst van Jezus in Israël. Dat heeft vanaf het begin doorgeklonken is de lofprijzing van de engelen. Het heil is wereldwijd, Gods liefde strekt zich uit naar alle mensen, maar het vindt zijn toespitsing in Israël. Jezus zal nooit zijn karakter verliezen het geschenk dat God in zijn trouw gegeven heeft aan de mensen van Zijn welbehagen.
Het is zo stil
Het is verbazingwekkend stil rond Israël. Ik lees nergens over internationale druk, onderhandelingstafels die klaar worden gezet etc. Wat is er aan de hand? Europa is in de ban van de eurocrisis en heeft daar haar handen vol aan. Rusland is nog druk met de afhandeling van de verkiezingen en de Verenigde Staten? In de Arabische landen heerst verwarring over de onrust onder de bevolking en de spanning wie aan het langste eind zal trekken. En in Israël zelf? In Judea en Samaria worden we zo nu en dan opgeschrikt door de ontmanteling van nieuwe outposts, zelfs de nieuwe huizen die in Itamar gebouwd worden als reactie op de gruwelijke moord op de Fogelfamily in maart, zijn met de grond gelijk gemaakt, maar verder is het rustig. Wat is de oorzaak van zoveel stilte? Misschien is dit het antwoord: Achter de coulissen woedt een hevige strijd tussen de twee grote blokken in de Islam: De Sjiieten en de Soenieten, met aan de ene kant de as Iran-Syrië en Hezbollah en aan de andere kant Saoedie-Arabië (hoedster van de heilige plaatsen Mekka en Medina), Irak en de golfstaten. Ad en toe sijpelt er wat nieuws over door: Het arresteren van spionnen, het neerhalen van een Amerikaans onbemand verkenningsvliegtuig boven Iran. Je vraagt je af wanneer het tot een openlijke uitbarsting komt. Is het stilte voor de storm? Eén ding is zeker: Als zovaak heerst er verdeeldheid in het kamp van de vijanden van Israël en het zou mij verbazen als de Bewaarder Israëls daar niet de hand in heeft. Israël Hart
Land
Verwarrend nieuws
Wij lezen twee kranten: Een algemene s’morgens en een bekend christelijk dagblad dat aan het begin van de avond op de mat valt. Nu weet ik, dat je bij het algemene nieuwsblad niet hoeft te rekenen op goed nieuws over Israël. Daar kraamt men maar wat uit en daar huilt men mee met de wolven in het bos. Maar de christelijke pers? Dat is vaak verwarrend. Neem nu het Reformatorisch Dagblad. Gelukkig staan daar vaak goede achtergrondartikelen over Israël in en ik lees hen met waardering voor de scribenten. Maar soms is het anders. Dan staat er ineens, zoals deze week, dat Israël twee nieuwe nederzettingen bouwt en wel met veertig nieuwe huizen. Foei. De werkelijkheid is dat Israël een aantal nieuwe straten bouwt in Jeruzalem en wel in dat deel dat de Palestijnen opeisen. Niets nieuwe nederzettingen. Was het maar waar. Hoe komt dan toch de krant aan zulk nieuws? Antwoord: Buitenlandredactie. In werkelijkheid gewoon nieuws, bladvulling overgenomen van het ANP, kritiekloos, even vlug neergeplakt in de copij voor de nieuwe editie. Maar soms lopen de griebeltjes je over de grabbeltjes! Antwoord: Met alle gewaardeerde medewerkers, er zit ook een correspondent bij, die werkelijk niets moet hebben van Judea en Samaria. Jammer, maar hij zit er nu eenmaal en schrijft voor de rest ook wel aardige stukjes over andere zaken in Israël. Of neem de Visie, het omroepblad van de EO. Daar staat deze week een uitgebreid artikel in over Bethlehem. Niets mis mee, zo voor Kerst, en de journalist die onze al even gewaardeerde Aad Kamsteeg interviewt over zijn bezoek aan Bethelem is goed geinformeerd en weet waar de spreekwoordelijke klepel hangt. Alleen bij het noemen van de naam van ds.Naim Choury lijkt het erop dat deze alleen liefde heeft voor Messias belijdende Joden, maar niets is minder waar. Deze predikant heeft liefde vol heel Israël en heeft een heldere visie op de plaats van Israël in Gods heilsplan. Op de vraag hoe het nu komt dat een groot deel van de christenen uit Bethlehem zijn weggetrokken, geeft Aad een ontwijkend antwoord, hij heeft het ineens over iedereen die daar wel werk wil hebben en hoe belangrijk het toerisme is. De realiteit is dat christenen in Bethlehem het zwaar hebben onder de moslimdictatuur van de Palestijnse autoriteit. De interviewer weet dat, maar de geinterviewde komt dat misschien niet zo uit. Feit is dat ik twintig jaar geleden gewoon met de auto naar Bethlehem reed, in en uit, dat het er goed toeven was en dat je een prettige wandeling kon maken door de oude stad. Nu? Grimmig en naar. Mensen die om je nek hangen met frutsels die ze je willen verkopen en als je dat niet doet, je verwijten dat je al je geld in Israël uitgeeft. Bethlehem, met zijn nieuwe moskee, die luid kabaal maakt tegenover de geboortekerk. Nee, Bethlehem is niet meer wat het was, sinds de Palestijnen er de dienst uitmaken. Lastig soms, die christelijke berichtgeving. Aan de ene kant proef je de verbondenheid met Israël en aan de andere kant slaan ze de plank af en toe volkomen mis en voeden de verwarring in de kerk, waar die kerk nu juist helder en onverholen achter Gods volk zou moeten gaan staan.
Ik zit niet stil
Nee, dit is geen verantwoording van mijn werk: Ik spreek, preek en ik schrijf en worstel me voor de rest door alle e-mails heen. Wat dat betreft ben ik geloof ik iemand van de oudere generatie aan het worden. Ik heb bewondering voor de manier waarop mijn kinderen hun i-pod, hyves, e-mails, sms-jes, mobielverkeer en twitter bij houden tussen het maken van hun huiswerk door…of is het andersom? Maar wat ik kwijt wilde is dat ik bij mijn rondgang door het land enorme leuke contacten opdoe en daar de goede boodschap over Israël en Judea en Samaria kan vertellen. Zo had ik kortgeleden een ontmoeting met een stel jonge studenten van de Navigators in Groningen. Ik was te gast op het dispuut Baass en daar heb ik een zeer genoeglijke avond beleefd en ik heb genoten van de fles wijn die ze me meegaven. Vorige week beleefde ik de tweede avond in de hervormde gemeente van Wierden; X-event heette het, georganiseerd door een stel jonge tijgers, snel, gelikte pr en een zaal vol met oudere gemeenteleden. Een paar dagen daarvoor was ik op een vergadering van de CDA-leden in Friesland. Ik dacht eerst: Nou dat zal erom spannen. Maar het was een heerlijke avond over Israël met een debat op hoog niveau. En de week daarvoor: bij de bejaarden in Nieuwe Pekela. Mijn vrouw vertelde over het Jodendom, de vlag, de menorah, de kwasten die Jezus aan zijn kleding droeg en ik over het beloofde land. En overal…aan de basis, bij christenen jong en oud, met pensioen of aan de start van een carrière in het bedrijfsleven, een geweldig stuk liefde voor Israël en het besef dat de media ons wat Gods volk betreft maar al te vaak goedkope knollen voor citroenen verkopen.
Rav Kook en de verlossing van Israël
In menig huis in Judea en Samaria hangt zijn portret. Hij heeft dan ook als geen ander de bijbelse betekenis laten zien van het bewonen van het beloofde land in deze tijd. Rabbijn Kook, was een orthodoxe leider, afkomstig uit Litouwen, die een brug wist te slaan tussen de seculiere, socialistische zionisten van het eerste uur en de vrome, gelovige Joden. De eerste settlements in Israël waren gesticht door religieuze mensen, maar de nieuwere, en we spreken dan over het begin van de vorige eeuw, werden opgericht door niet-gelovigen. Het was juist deze laatste ontwikkeling die veel gelovige Joden, zeker in Oost-Europa argwanend en terughoudend maakten over de hele onderneming om Israël opnieuw te bewonen. Maar Rav.Kook zag dat anders: Hij reisde in 1913 al alle settlements af om de jonge pioniers een hart onder de riem te steken, maar om hen ook te bekeren tot het geloof van hun voorvaderen: “Geef tienden van het land, respecteer het sabbatsjaar, houdt de sabbath en leef naar Gods geboden”. was zijn boodschap. Hij was ervan overtuigd dat de terugkeer naar Zion niet alleen Gods bedoeling was, maar ook een gebod, maar hij zag ook dat het licht dat opging over Zion gedoofd zou kunnen worden door een gebrek aan toewijding aan God. Daarom kwam hij, zoals hij dat zei, heiligheid brengen in de botten van de settlements. Een prachtige uitspraak van hem is: “Hachadash yitkadesh vehakadosh yitchadesh” . (een zin met JHWH als beginletters, van achter naar voren gelezen): “Dat wat heilig is moet worden vernieuwd en dat wat nieuw is moet worden geheiligd.” Hij zag de arbeid van de jonge pioniers als een fase in de uiteindelijke verlossing die de Messias zou brengen. Eenmaal in het beloofde land zou de Joodse ziel, die zo bevuild was door de diaspora en het wonen buiten het land, door Gods Geest bekeerd en vernieuwd worden. De terugkeer naar het land is niet alleen een fysieke, maar vooral een geestelijke terugkeer. Hij droomde van een eigen staat voor Israël, die niets anders zou zijn dan de uitdrukking van de eigen onafhankelijkheid van het Joodse volk en een begin van de ontluiking van de uiteindelijke verlossing. Dat, dat gepaard zou gaan met moeilijkheden en misschien wel oorlogen, was duidelijk, maar hij zag deze als de weeën van de geboorte van een nieuwe tijd, de tijd waarin het koninkrijk van God zou doorbreken. Rav. Kook zou de eerste opperrabbijn van Israël worden en nog steeds heeft hij een immense invloed op het Joodse volk. Hij is het die de brug geslagen heeft tussen seculiere en vrome Joden en de bewoners van Judea en Samaria met zijn geschriften nog steeds inspireert om te wonen in het hartland van Israël. Met een beetje googlen kom je zijn geschriften wel op het spoor: Een prachtige is: ‘Lights on Orot’, The teachings of Harav Avraham Yitzhak Hacohen Kook.
Project van de Maand
Havot Yair
Dit keer uw aandacht voor een kleine en nieuwe settlement. Inderdaad, hier en daar komen nieuwe projecten van de grond. In het besef dat het joodse volk in Judea en Samaria niet kan worden opgesloten in de bestaande dorpen, omgeven met veiligheidshekken en bewakingscamera’s. Havot Yair ligt in het noorden van Samaria, op de grens van het erfdeel van Manasse en Efraim (Deut.3:14). In de winter van 2000 werden een paar stacaravans naar de heuvel gebracht, maar die werden al weer gauw verwijderd. Aan de vooravond van Israël’s onafhankelijksdag werd in 2001 een nieuwe poging ondernomen om een nieuw dorpje te bouwen en deze poging lukte. Opnieuw arriveerden er een stel stacaravans en een generator voor electriciteit, watertanks, een paar jonge mannen en een aantal jonge gezinnen. Voor de goede orde: Havot Yair is gebouwd op overheidsland in het gebied dat behoort bij een andere nederzetting, Nofim. Het begin was niet eenvoudig. De wegen waren onverhard en elke keer als het regende veranderde alles in een modderpoel. De kinderen vonden dat natuurlijk wel leuk, maar die moesten ook naar school en naar de kleuteropvang. Nu, dat gebeurde dan met een jeep, wat de kinderen nog leuker vonden. Maar dat het zo niet kon blijven was wel duidelijk. Vandaag de dag wonen er dertig gezinnen in stacaravans en gewone huizen met maar liefst 77 kinderen. De gemeenschap is sterk gericht op het jonge grut: Er zijn elke sabbat speciale kinderlessen in de synagoge en elk jaar gaat het hele dorp een weekend erop uit. Inmiddels zijn de mensen van Havot Yair begonnen met de bouw van een dagopvang voor de allerkleinsten. Zelf hebben ze een gebouw neergezet, met hekwerk erom heen, een tuin aangelegd en het gemeentebestuur van Samaria heeft wat geld gegeven voor de allernoodzakelijkse dingen. Maar het is nog niet af en er is nog het een en ander nodig: Bedden, matrassen, poppenwagens, een speelkeuken, trapauto’s, inrichting van de speeltuin en een hoek voor de EHBO. De kosten zijn nog zo’n €5000. Wie helpt mee!
Uw Giften in de maanden Oktober en November
In de afgelopen maanden kwam € 5807,38 binnen voor de ondersteuning aan projecten in Judea, Samaria en de Jordaanvallei. We hebben de volgende donaties kunnen doorzenden: Judea Bat Ayin 500 Dorp, ten zuiden van Jeruzalem, laatste halteplaats van de pelgrims die opgingen naar de tempel. Bijdrage aan kost en inwoning van Breslauer studenten van Rabbijn Nathan Greenberg Beit Yatir 400 Dorp in de bergen van Hebron, wordt gesteund door een familie-werkgroep uit Nijkerk en Wijnjewoude, speelplaats voor Tieners Nokdim 200 Ten zuiden van Jeruzalem, Speeltuin, gesteund door landelijke werkgroep van vrienden Samaria Itamar: Hulp Yeshiva voor jongeren met een handicap 1000 Lev Benyamin, Ofra Vakantiekampen Gehandicapte kinderen 1000 Karnei Shomron Beveiliging en opvang kinderen probleemwijk 250 Tekoa Sportcentrum ter nagedachtenis om twee vermoorde tieners 700 Jordaanvallei Social Fund Yordan Valley 1000 Opvang en begeleiding probleemjongeren in de Jordaanvallei Anderen Gush Katif: Sociale ondersteuning in Nitzan: 325 Barkan Samaria Voedsel Project: $2500 Kochav Yaakov Warme Lunches voor de Middelbare meisjesschool: $ 2500 Reservering: Alon: 125 Kochav Yaakov: 125,30 Lev Benyamin: 53 Psagot: 50 Rosh Zurim: 20 Sde Bar: 51,50 Shani Livneh: 65 Shadmot Mechola 10 Sussya : 100 Yakir 10 Algemeen: 68,63 U kunt uw giften op deze manier overmaken: Giro 4542 Shalomfonds Christenen voor Israël te Nijkerk o.v.v CFOIC-Hartland: ….(project) of Algemeen ‘ Het vroegere, zie het is gekomen, en nieuwe dingen kondig Ik u aan; voordat zij uitspruiten, doe Ik ze u horen.’ (Jes.42:9).